Bestuiving
De honingbij is onmisbaar als bestuiver in de land- en tuinbouw en in de natuur. Ongeveer 70% van de belangrijkste cultuurgewassen is afhankelijk van de bestuiving door insecten.
De honingbij is de enige bestuiver die in zeer grote kolonies leeft. Een bijenvolk bestaat uit 30.000 tot 60.000 bijen, waarvan ongeveer de helft haalbij is. Een bijenvolk kan op een dag miljoenen bloemen bestuiven.
Honingbijen hebben, dankzij hun communicatiesysteem, de eigenschap dat ze bloemvast zijn. Dat wil zeggen dat, wanneer ze eenmaal een soort ontdekt hebben, ze op deze bloemensoort blijven vliegen. Dus als ze vliegen op appelbloesem blijven ze dit doen tot er geen bloemen meer zijn. Ze vliegen dus van appelboom naar appelboom en gaan niet tussendoor over op een andere soort. Voor de bestuiving is dit natuurlijk ideaal. Hommels hebben deze eigenschap niet.
Bij bestuiving door bijen denken de meeste mensen aan gewassen als fruitbomen, aardbeien zonnebloemen, etc. maar ook bij veel bladgewassen zoals prei en alle soorten kool zijn bijen nodig. Niet voor de productie van het eindproduct maar wel bij de zaadteelt. Zaadtelers laten de gewassen in bloei schieten en gebruiken bijenvolken voor de bestuiving. Geen bestuiving, geen zaden.
Jaarlijks gaan meer dan 50 bijenvolken van (leden van) de Imkersvereniging Doesburg e.o. naar een fruitteler in de provincie Utrecht om daar de fruitbomen te bestuiven om zo voor een hoge opbrengst te zorgen van mooi fruit.
Imkersvereniging Doesburg e.o. heeft goed opgeleide, gecertificeerde bestuivingsimkers die jaarlijks de verplichte bijscholing volgen die georganiseerd wordt door de Nederlands Bestuivingscommissie van Imkers Nederland.